01-10-2018
Met de ontwikkeling van nieuwe mountainbikeroutes moet het mountainbiken in de Achterhoek een flinke impuls krijgen. Dat betekent: volop kansen voor toeristische ondernemers om deze aantrekkelijke doelgroep aan te boren.
Over Patrick
Patrick Jansen studeerde bosbouw en is sinds 1993 werkzaam in de bossector. Hij was onder andere directeur van een kennis- en innovatiecentrum voor duurzaam bosbeheer. Sinds 2009 legt hij zich met zijn bedrijf Tracks & Trails toe op het ontwerp en de bouw van duurzame mountainbikeroutes en skill parks. In zijn werk combineert hij zijn achtergrond als bosbouwer met zijn ervaring als mountainbiker.
De Achterhoek is in potentie een aantrekkelijke regio voor mountainbikers. Er is immers veel bos, zodat je weinig over verharde wegen hoeft te rijden. Toch worden de huidige mountainbikeroutes niet hoog gewaardeerd. Patrick Jansen van Tracks & Trails ontwerpt en bouwt duurzame mountainbikeroutes. Hij weet wel waar die lage waardering aan ligt. “De huidige routes voldoen niet meer aan de eisen van deze tijd. Mountainbikers rijden graag over smalle paden die technisch uitdagend zijn, zogenaamde singletracks. Die zijn er in de Achterhoek bijna niet. Een van de parels van de regio is de Lochemse Berg. Daar loopt nu een route onderlangs. Maar mountainbikers willen natuurlijk liever de berg óp en dus wijken ze van de route af. Tot ergernis van andere recreanten.”
Nieuwe paden
In opdracht van Achterhoek Toerisme werkt Patrick aan een upgrade van het routenetwerk Graafschap. Dit netwerk bestaat uit routes die de gemeenten Bronckhorst, Lochem, Zutphen en Berkelland doorkruisen. De nieuwe routes zullen veel singletracks bevatten. Patrick: “Af en toe gebruiken we nog een stukje van de oude route, maar we leggen vooral nieuwe paden aan. Daarvoor moeten we afspraken maken met grondeigenaren. Het akkoord van de grote terreineigenaren is rond, we zijn nu nog met de laatste particuliere eigenaren in gesprek. Als alle goedkeuringen binnen zijn, kunnen we met de aanleg beginnen. Het zou mooi zijn als we vóór de start van het broedseizoen op 15 maart één of twee routes helemaal af hebben. Het totale netwerk zou eind volgend jaar klaar kunnen zijn.”
Geen boterhammen mee
Mountainbiken is een populaire sport met veel potentie voor de toeristische sector. Patrick noemt een paar cijfers: “Er zijn in Nederland 320.000 mensen die minstens eens per maand op de mountainbike stappen. Samen met wielrenners geven ze een half miljard per jaar uit aan consumpties. Ze nemen echt geen zakje boterhammen mee, maar pauzeren het liefst bij horeca. Verder laten ze de locatiekeuze voor een vakantie of weekendje weg mede afhangen van de aanwezigheid van aantrekkelijke mountainbikeroutes.”
Eerder open
“Langzaam begint dit besef te groeien bij toeristische ondernemers. Ook omdat er inmiddels veel positieve verhalen zijn”, vertelt Patrick. “Op de Utrechtse Heuvelrug hebben we bijvoorbeeld een pannenkoekenhuis benaderd als startlocatie van een route. De eigenaar stond er in eerste instantie wat weifelend tegenover. Hij was bang dat zijn parkeerplaats in het weekend helemaal vol zou staan, zonder dat het hem extra omzet zou opleveren. Hij besloot het toch te doen en heeft nu zijn zaak vol zitten met mountainbikers. Omdat mountainbikers vroege vogels zijn, gaat hij nu zelfs om 10 uur open in plaats van om 12 uur.”
Respect voor natuur
Mountainbiken kampt soms met een negatief imago, maar volgens Patrick is dat niet terecht. “Sommige wandelaars klagen dat mountainbiken in het bos gevaarlijk is. Maar dit is juist een van de redenen dat we nieuwe routes aanleggen, zodat mountainbikers en wandelaars geen last meer van elkaar hebben. Daarnaast zijn sommige mensen van mening dat de natuur eronder lijdt. Ook dat is niet waar. Bij de aanleg van routes houden we juist heel veel rekening met de natuur. Daarbij komt mijn achtergrond als bosbeheerder goed van pas. Ik herken zeldzame planten en habitats van dieren. Om een voorbeeld te noemen: als we een mierenhoop tegenkomen, zorgen we dat het pad daar niet overheen gaat. Maar mieren eten luizen die in een boom zitten, dus tussen de mierenhoop en de boom loopt een soort mierensnelweg. We letten op dat we die ook niet doorkruisen. En ook cultuurhistorische elementen als grafheuvels, greppels en winningskuilen laten we intact.”